Tekst

Vluchtig beschouwd doet niets vermoeden dat dit kunstwerk dateert uit de 19e eeuw. Zo goed harmonieert het met de 13^e-eeuwse gebouwen die het decor vormen: Ridderzaal en Rolgebouw. Dat heeft alles te maken met het ontwerp van de fontein door de beroemde architect Pierre Cuypers. Voor Cuypers was de middeleeuwse gotiek een belangrijke bron van inspiratie. Hij was dan ook als geen ander in staat het eerbetoon aan graaf Willem II, de vermeende stichter van Den Haag, vorm te geven. Alle details verwijzen naar de periode waarin de graaf als machtig Europees vorst zetelde in Den Haag: de gotische letters van de inscriptie, de waterspuwers op de smeedijzeren opbouw, de sierlijke bloemmotieven en de ridderhelmen en -schilden. Bovenop staat het vergulde beeld van de graaf van beeldhouwer Ludwig Jünger. Met hem werkte Cuypers ook samen aan het Centraal Station te Amsterdam, waarvoor Jünger reliëfs maakte.

Hoewel Willem II van grote betekenis is geweest voor Holland – hij legde met de ontwikkeling van de steden en de hoogheemraadschappen de basis voor de economische bloei van het gewest – werd hij ten onrechte gezien als de stichter van het centrum van Den Haag. Daarvoor was zijn vader graaf Floris IV verantwoordelijk. Floris IV kocht in 1229 op de plaats van het Binnenhof een hoeve om er een jachthuis, en later een woonhuis met feestzaal op te zetten. Zoon Willem II vergrootte de zaal van zijn vader rond 1250. Vervolgens bouwde diens zoon, Floris V, de zaal af tot de huidige Ridderzaal. Het jachthuis groeide aldus uit tot een heus koninklijk complex.

‘Ter nagedachtenis van Willem II roomsch Koning en Graaf van Holland, begunstiger der stedelijke vrijheden, beschermer der kunst, stichter der kastelen in ’s Gravenhage en Haarlem (1227-1256)’, staat in de rand van de fontein.