Tekst

Met een beetje fantasie kun je in de kleurpijp die door de bosschages langs het hoofdrioolgebouw aan de Haagse Houtrustweg kronkelt een gigantische regenworm zien die zich door de struiken en over het talud langs het trottoir worstelt. Niet gek bij Jan Snoeck, want de worm staat voor hem voor de oervorm van leven. Maar ook een verwijzing naar de functie van het rioolgebouw is niet uitgesloten. Snoeck vervaardigde deze sculptuur immers in opdracht van de gemeente Den Haag speciaal voor dit gebouwd. In tegenstelling tot een rioolbuis bezit ‘De Kleurpijp’ van Snoeck echter alle kleuren van de regenboog. Die kleuren zijn als ringen aan elkaar geschakeld.

Sinds de jaren zestig werkt Snoeck in klei. De beeldhouwer stapte op dit materiaal over omdat hij kleur in zijn werk wilde brengen. Met de worm die vanaf die tijd ook als een rode draad door zijn oeuvre loopt, heeft hij de mens teruggebracht tot de essentie. In die essentie zit wat Snoeck betreft ook iets goddelijke besloten. Zitten, liggen en staan zijn de kenmerkende houdingen die hij zijn figuren geeft. Behalve dat het even eenvoudige als heldere vormen oplevert, zijn het echte beeldhouwerprincipes.

Evenals de andere beelden van Snoeck trekt ook ‘De Kleurpijp’ de aandacht. Hoewel het beeld door de struiken enigszins aan het oog onttrokken wordt, blijft het door de aaneenschakeling van felle kleuren een echte blikvanger. Het veelkleurige beeld van polyester vrolijkt de omgeving op. Meestal worden buizen, pijpen, kabels en leidingen als obstakels gezien en onder de grond verstopt, waardoor ze zich aan onze waarneming onttrekken. Maar dankzij Snoeck steekt ‘De Kleurpijp’ even heel vrijpostig de kop boven het maaiveld uit en groet de voorbijgangers.