Tekst

Ze staan zo’n beetje tussen het majestueuze Kurhaus en het grote Circustheater in: conferencier Wim Kan (1911-1983) en zijn vrouw Corry Vonk (1901-1988). Beeldhouwer Siemen Bolhuis uit Almere heeft hen, in tegenstelling tot zijn abstracte, vrije werk, realistisch weergegeven. Zij klein van gestalte met breedgerande hoed iets opkijkend, hij naar het publiek toekomend: de houdingen en gebaren zijn karakteristiek voor dit artiestenpaar. Ook al had Kan veel succes in het Amsterdamse Carré, zijn wieg had in Scheveningen gestaan en vele van zijn shows vonden plaats in Haagse theaters als de Koninklijke Schouwburg en Diligentia.

Wim Kan wordt samen met Toon Hermans en Wim Sonneveld beschouwd als ‘de Grote Drie’ van het Nederlandse cabaret van de jaren vijftig, zestig en zeventig van de twintigste eeuw. Begin eenentwintigste eeuw geniet Kan vooral bekendheid als grondlegger van de oudejaarsconferences. Maar hij en zijn vrouw hebben meer voor het cabaret betekend. Na hun trouwen in 1933, zij hadden elkaar leren kennen via het toneel, ging Kan teksten schrijven voor de revue van zijn vrouw. Op 15 augustus 1936 richtten zij samen het ABC-cabaret op. Deze leerschool voor jong talent bracht artiesten voort als Wieteke van Dort, Jenny Arean en Frans Halsema, die later naam maakten.

Oorspronkelijk is het beeld gemaakt voor het Leidseplein in Amsterdam ter herinnering aan de oprichting van het ABC-cabaret. Dat was in 1986, het jaar van de eerste onthulling, vijftig jaar geleden. In 1997 ging het Leidseplein dusdanig op de schop dat er voor het beeld geen plaats meer was. Na een brede publiek discussie over de vraag of het beeld wel voldoende kwaliteit bezat om aan de grandeur van het echtpaar te voldoen, heeft het uiteindelijk bij het Scheveningse Kurhaus een nieuw onderkomen gevonden. Daar onthulde Paul van Vliet het beeld op 19 december 1997.