Tekst

Een gezonde geest in een gezond lichaam. Dat is wat Berlage in 1908 voor ogen had met zijn ontwerp voor een park in Den Haag Zuid-West, de wijk waar voornamelijk arbeiders zouden komen wonen. Er zou een volkshuis komen, een theater en veel mogelijkheden voor spel en sport. Vanzelfsprekend werd dan ook bij de ingangspartij gedacht aan de sportieve en ontspannende functie van het park. Architect A. Pet van gemeentewerken ontwierp de ingangspartij met aan weerszijden twee 6 meter hoge zuilen.

De beelden die de zuilen zouden sieren werden door Corinne Franzen-Heslenfeld in opdracht van de Gemeentelijke Commissie voor Kunstopdrachten gemaakt. Het was een van de eerste daden van de in 1940 opgerichte commissie, die ernaar streefde om met aankopen en opdrachten Haagse beeldend kunstenaars te stimuleren. Franzen-Heslenfeld ontwierp voor de entree van het ‘ontspanningspark’ twee metershoge, atletische naakten. De man met de fakkel en de ferm vooruitstappende vrouw met opvliegende vogel symboliseren overwinning en snelheid.

Franzen-Heslenfeld had na haar studie aan de Rijksakademie in Amsterdam in 1928 de Prix de Rome ontvangen, die haar in staat stelde in Rome te werken. Na haar terugkeer vestigde ze zich in Den Haag en schiep daar het beeld ‘Gerda met het rendier’ dat in Marlot werd geplaatst. Ze was een veelgevraagd kunstenaar en realiseerde tientallen portretten, beelden en penningen.

Voor de vervaardiging van de twee gigantische entreebeelden heeft Franzen-Heslenfeld veel werk moeten verzetten. In haar speciaal voor deze opdracht verhoogde atelier moest ze op een laddertje klimmen om in klei het model vorm te geven. De kleimassa bleek daarbij regelmatig in te storten. Voordat ze hun definitieve vorm in brons kregen moesten de kleimodellen in delen in gips worden gegoten. Jaren later dan gepland waren de twee figuren klaar. Een sportieve prestatie op een paar vierkante meter.