Gegevens kunstwerk
Titel
Twee meisjes
Kunstenaar
Jaar
1953
Materiaal
Brons en steen
Afmetingen
h. 137 cm
Locatie kunstwerk
Adres
Stadhoudersplantsoen, Den Haag
Stadsdeel
Scheveningen
GPS gegevens
52.088180135184, 4.281395492482 Bekijk op plattegrond
Omschrijving kunstwerk
Tekst
Op een oude foto die genomen werd bij het afscheid van de invloedrijke beeldhouwprofessor Jan Bronner, poseert Jos van Riemsdijk temidden van bijna honderd collega’s. Bronner (1881-1972) had zich aan de Rijksakademie in Amsterdam vol overgave gewijd aan de opleiding van enkele generaties jonge beeldhouwers. De foto is gemaakt in juli 1947 in het Amsterdamse Vondelpaviljoen. Opmerkelijk is dat alle bekende beeldhouwers van die tijd erop voor komen. Jos van Riemsdijk gaat grotendeels schuil achter andere aanwezigen, maar haar beminnelijke glimlach is nog net te zien.
De bescheiden plaats die de beeldhouwer inneemt op deze groepsfoto, doet denken aan het beeld ‘Twee meisjes’, dat ze vijf jaar later maakte. Beide meisjes kijken verlegen naar de grond. Ze houden de handen op de rug. Hoewel ze vlak naast elkaar staan, lijken ze elkaar te mijden. De ruggen zijn iets naar elkaar toe gekeerd en ze kijken elk in een andere richting. De houding en de stand van benen en voeten geven het beeld een natuurlijke uitstraling. Het ponykapsel, de paardenstaarten en de lange nekken versterken het imago van spichtige pubermeisjes die zich niet goed raad weten met hun houding.
De bronsplastiek van Van Riemsdijk werd in 1954 geplaatst in het plantsoen aan de Stadhouderslaan. De bescheiden afmetingen zorgen ervoor dat het tengere postuur van beide meisjes net iets kleiner lijkt dan het in werkelijkheid zou moeten zijn. Toch lijken de meisjes lang en ze zijn een beetje aan de magere kant. Wellicht is dat ook de bedoeling geweest van de bescheiden beeldhouwer die op de groepsfoto weliswaar aanwezig is, maar zichzelf bewust iets kleiner lijkt te maken. Gezien de reputatie die Josepha Gijsbertha (‘Josje’ voor vrienden en intimi) in haar tijd als kunstenaar genoot, is die bescheidenheid echter totaal ongegrond.