Tekst

Hildo Krop is een van de meest vooraanstaande beeldhouwers van de Amsterdamse School (1916-1926). Hij maakte naam met zijn vele beeldhouwwerken aan gebouwen en bruggen en op pleinen, met name in Amsterdam. In dit licht is het niet verwonderlijk dat Krop door rijksbouwmeester G.C. Bremer in 1938 werd gevraagd een bijdrage te leveren aan de herinrichting van het gebouw van de Hoge Raad aan het Plein uit 1861. Er zouden op het bordes zes meer dan levensgrote beelden komen van historische rechtsgeleerden. Vrijstaande, bronzen beelden die de identiteit van het gebouw moesten accentueren.

Streng en evenwichtig; het zijn kenmerken van Krops stijl. Ze gelden zeker voor zijn beeld van de beroemde rechtsgeleerde Simon van Leeuwen (1626-1682), die strak voor zich uitblikt en frontaal is weergegeven. Het evenwicht bereikt Krop door de positie van armen en benen secuur te kiezen: het linkerbeen iets naar achter, de rechterarm en -hand met het wetboek juist iets naar voren. Het wetboek verwijst ongetwijfeld zowel naar de functie van het gebouw als die van Van Leeuwen.

Wetboek, positie van armen en benen, gelaatsuitdrukking; daar zat de vrije keuzeruimte voor Krop. Want beperkende randvoorwaarden zullen er ongetwijfeld zijn geweest bij deze opdracht, getuige de zittende houding van alle hoge heren. Van 1988 tot 2016 stonden ze op een pleintje in de Kazernestraat, voor de nieuwbouw waarin de Hoge Raad. Eind jaren tachtig werd het gebouw van de Hoge Raad aan het Plein gesloopt. Het moest plaatsmaken voor de nieuwbouw van de Tweede Kamer. In de Kazernestraat raakten de beelden hun functie in het ‘Gesamtkunstwerk’ van gebouw en sculpturen tijdelijk kwijt. Met de verhuizing naar de nieuwbouw aan het Korte Voorhout is dat probleem opgelost. Voor dit nieuwe pand komen ze weer goed tot hun recht.