Buiten Beeld

Status

Permanent

Categorie

Bestaat niet meer

Toelichting

Wie tussen 1981 en 2006 via de Utrechtste Baan de stad in -of uitreed kwam ze tegen. Met twee groepjes van telkens acht palen markeerde Matthijs van Dam het begin en het einde van de Zuid-Hollandlaan. De groep in lichtgeel bevond zich op de kruising met de Koningskade. De palen in blauw waren schuin in de grond geplaatst op de middenberm van de Boslaan aan het eind van de A12. Hoewel het een totaal abstract beeld is, gaf de titel Ruimtelijke arceringen wel een hint van de kern van dit kunstwerk. Van Dam heeft hiermee de beweging van het verkeer willen verbeelden. Zijn werk deed hier bij de kruising bovendien dienst als signaal. Na de millenniumwisseling begon het polyester waarvan de palen waren vervaardigd dusdanig te slijten, dat de beelden in 2006 uit voorzorg zijn weggehaald.

Gegevens kunstwerk

Titel

Ruimtelijke arceringen

Kunstenaar

Matthijs van Dam

Jaar

1981

Materiaal

Poleyster

Afmetingen

h. 1100 cm

Locatie kunstwerk

Adres

Boslaan, Den Haag

Stadsdeel

Haagse Hout

GPS gegevens

52.087837690067, 4.3211874651901 Bekijk op plattegrond

Omschrijving kunstwerk

Tekst

Eigenlijk werkten ze altijd samen: de Amsterdammer Matthijs van Dam en de Hagenaar Peter Jansen. Hun verschillende achtergronden (de één was van huis uit ontwerper en de ander begon ooit als schilder) zagen ze als een verrijking. Ze voltooiden veel grote projecten en werkten in een abstracte beeldtaal van veelal rijzige of gebogen en gedraaide palen.

Van Dam overleed jong. Daardoor kwam vroegtijdig een eind aan de jarenlange samenwerking. ‘Ruimtelijke arceringen’ was een soloproject van Matthijs van Dam. Het tweedelige kunstwerk markeert begin en eind van de Zuid-Hollandlaan. Bij de kruising met de Koningskade staan enkele lichtgele palen. De polyester masten zijn in een hoek van 60 graden in de smalle middenberm geplaatst en variëren in lengte, met een maximum van ongeveer 10 meter.

De titel ‘Ruimtelijke arceringen’ is toepasselijk. De korter en langer wordende, iets taps toelopende buizen lijken op geschetste lijnen. Het beeld is een driedimensionale vertaling van lijnen of krassen op papier. In de omzetting van plat vlak naar sculptuur heeft Van Dam de ruimtelijkheid tot een minimum beperkt. Het is een sober beeld geworden in een onrustige omgeving.

Van opzij bekeken wordt duidelijk dat Van Dam met een patroon van diagonalen de horizontale en verticale lijnvoering in de omringende architectuur doorbreekt. Maar de diagonalen gaan niet uitsluitend in tegen de belijning van de gebouwen. Ze gaan mee met de beweging van één van de rijbanen en onderstrepen daardoor de snelheid van het verkeer dat er overheen raast. In de drukte hebben de schuine masten een signaalfunctie: hier is een kruising!

Sluiten