Gegevens kunstwerk
Titel
Monument Saksen Weimar
Kunstenaar
Jaar
1866
Materiaal
natuursteen / zandsteen / brons
Afmetingen
1500 cm
Deelcollectie
Locatie kunstwerk
Adres
Lange Voorhout, Den Haag
Stadsdeel
Centrum
GPS gegevens
52.0825546216999, 4.3145851221295 Bekijk op plattegrond
Omschrijving kunstwerk
Tekst
Met z’n vijftien meter is het een imposant kunstwerk, het monument ter nagedachtenis aan hertog Karel Bernard van Saksen Weimar Eisenach aan het Lange Voorhout bij de voormalige Amerikaanse ambassade. Het belangrijkste deel van het monument wordt gevormd door een obelisk. Dat bouwmeester Hugo Vogel voor de obelisk koos, is niet zo gek. Als docent bouwkunde aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag had hij een duidelijke voorliefde voor het classicisme, een stijl geïnspireerd op de kunst en de architectuur van de klassieke oudheid. En daarin komt deze vorm regelmatig voor.
Bovenop de obelisk van zandsteen bevinden zich een aantal attributen van brons. De vlaggen, wapens, een krans en een helm verwijzen naar de hertog, die veel aanzien genoot als krijgsheer. Op minder grote hoogte is zijn bronzen portretmedaillon geplaatst met links en rechts daarvan lauwerkransen, als symbool van de overwinning. Attributen en medaillon zijn van schilder/beeldhouwer Johan Koelman, die ook het Onafhankelijkheidsmonument op Plein 1813 voor zijn rekening nam. Koelman was bovendien jarenlang directeur van de Academie van Beeldende Kunsten in de hofstad.
Hertog Saksen Weimar werd in 1866 geëerd met een monument vanwege zijn verdiensten voor ons land. Hij behaalde als kolonel goede resultaten in de slagen bij Quatre-Bras en Waterloo (1815) en werd tot generaal-majoor bevorderd. Tijdens de Belgische Opstand versloeg hij de Belgen bij Leuven en droeg ertoe bij dat Maastricht in Nederlandse handen bleef. Na de afscheiding van België reorganiseerde hij het Nederlandse leger. Na de afscheiding van België reorganiseerde hij het Nederlandse leger. Eind 1848 reisde hij af naar Nederlands-Indië. Daar was hij als commandant van het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger (KNIL) betrokken bij de laatste fase van drie strafexpedities tegen enkele Balinese vorstendommen. Zijn opdracht was om diplomatie boven wapengekletter te verkiezen. Hierdoor kwam tijdelijk een einde aan de strijd die onder de autochtone bevolking voor veel slachtoffers had gezorgd. De in de wapentrofee zichtbare kris, die ook op Bali als traditioneel steekwapen werd gebruikt, verwijst naar de jaren dat de hertog actief was in Nederlands-Indië.