Gegevens kunstwerk

Titel

Monument majoor Thomson

Kunstenaar

Arend Odé, Charles van Wijk

Jaar

1918

Materiaal

steenachtig

Afmetingen

387 cm

Deelcollectie

Gemeentelijk monument

Locatie kunstwerk

Adres

Thomsonplein, Den Haag

Stadsdeel

Segbroek

GPS gegevens

52.079415341283, 4.2713682972021 Bekijk op plattegrond

Omschrijving kunstwerk

Tekst

Het eerste internationale slachtoffer van een vredesmissie: dat was de Nederlandse majoor Lodewijk Willem Johan Karel Thomson (1869-1914). Hij sneuvelde op 14 juni 1914 in Albanië. Samen met zestien andere Nederlandse militairen was hij uitgezonden. Het doel van hun operatie was een Albanese gendarmerie te vormen. Dat was noodzakelijk want toen Albanië op 28 november 1912 de onafhankelijkheid uitriep, werd het aangevallen door buurlanden. Bovendien dreigde een interne opstand. Daarom verzochten enkele grote mogendheden Nederland als neutraal land een vredesmissie te sturen. Daarmee waren de zeventien militairen een voorloper van de huidige ‘blauwhelmen’.

De dood van Thomson wordt, evenals de Balkanoorlogen (1912-1913) en de Nederlandse vredesmissie, gemakkelijk vergeten aangezien vlak daarna de Eerste Wereldoorlog uitbrak. Om majoor Thomson te eren is in 1918 op het gelijknamige plein een monument geplaatst. Zijn lijfspreuk staat in de bank bij het beeld: ‘Wie degelijk legerhervormer wil zijn, moet beseffen dat leger en volk elkander hebben te naderen.’ Dat deze militair in Den Haag wordt geëerd is niet onlogisch. Thomson was er tussen 1909 en 1913 gemeenteraadslid. Daarnaast was hij van 1905 tot 1913 defensiespecialist in de Tweede Kamer.

Het Thomson-monument is gemaakt door beeldhouwer Charles van Wijk. Toen deze in 1917 op 42-jarige leeftijd overleed, voltooide Arend Odé het gedenkteken.
Het monument is een van Van Wijks weinige grote werken gebleven. Aan het beeld valt af te lezen hoe secuur hij details uitwerkte in steen. Kijk bijvoorbeeld naar de medailles op de borst van de majoor. Ook de plooien in zijn broek en cape zijn met veel gevoel voor souplesse weergegeven. Verder is de steen glad gepolijst. Dit in tegenstelling tot het veel levendiger oppervlak van de vele kleine bronzen die Van Wijk vervaardigde. Die kleine sculpturen leverde hem de typering ’tweede generatie Haagse School’ op.

Sluiten