Tekst

“Zoo ik ièts ben, ben ik een Hagenaar”. Deze typering die Louis Couperus (1863–1923), één van Nederlands meest gerenommeerde schrijvers, van zichzelf gaf, is met zorg gebeiteld in het natuurstenen voetstuk waarop zijn bronzen beeltenis staat. Couperus stond bekend als gentleman en dandy: altijd goed en volgens de laatste herenmode gekleed en tot in de puntjes verzorgd. Zo wandelt hij op een bekende oude foto over het Lange Voorhout. Naar die foto heeft Kees Verkade hem ook verbeeld: gedistingeerd, met hoed, stropdas, lange jas, pochet, wandelstok en uiteraard glacéhandschoenen.

Beeldhouwer Verkade maakt vooral op de wereldberoemde Franse collega August Rodin (1840-1917) geïnspireerde figuratieve bronsplastieken. Verkades voorkeur gaat uit naar verbeelding van naakten en sportfiguren. Daarnaast modelleerde hij portretbustes van onder anderen koningin Wilhelmina, Simon Camiggelt en Johnny Jordaan, maar Louis Couperus verbeeldde hij letterlijk en figuurlijk ten voeten uit. Verkade toont de schrijver van historische en psychologisch realistische romans en verhalen, op latere leeftijd. De schrijver situeerde zijn personages bij voorkeur in zijn geliefde hofstad. Zelf flaneerde hij er ook graag. Daar getuigt die oude foto ook van. Geen wonder dat de directie van het C.A.O.P (Centrum Arbeidsverhoudingen Overheidspersonen) Verkade vroeg om een beeld van Couperus voor op hun stoep aan het Lange Voorhout.

Net als de schrijver heeft ook Verkade altijd een sterke band gehad met de stad Den Haag. Na een kennismakingsgesprek, waar hij in een veel te net pak verscheen, werd hij toegelaten tot de Koninklijke Academie van Beelden Kunsten, waar hij de fijne kneepjes van het klassieke beeldhouwervak leerde van Dirk Bus (1907-1978). Ook al verbleef hij veel in het buitenland, het deftige Den Haag van Couperus is ook altijd een beetje het Den Haag van Verkade gebleven.