Tekst

Wie kent hem niet? ‘De Dokwerker’, opgericht in 1952 ter herinnering aan de Amsterdamse Februaristaking in 1941. En ieder jaar bij de herdenking van de staking weer in de media. De maker Mari Andriessen tekende ook voor het beeld van rechtsgeleerde Johannes Voet (1647-1713), dat staat voor de Hoge Raad.

Natuurlijk verschillen de onverzettelijke dokwerker en de rustig gezeten Voet van elkaar. Maar er zijn ook overeenkomsten. In de weergave van beide figuren legde Andriessen het accent op gebaar en houding, waarmee hij het emotionele karakter versterkte. ‘De Dokwerker’ staat met gebalde vuisten, als symbool van verzet. Voet, de internationaal vermaarde jurist, is toegankelijk en sympathiek. Hij maakt een uitnodigend gebaar, alsof hij zeggen wil: ‘kom, neem kennis van het wetboek’, dat op zijn rechterbeen rust. Voet doceerde Romeins en Nederlands recht en was hoogleraar in Utrecht en later, tot aan zijn dood, in Leiden. Hiervan was Andriessen ongetwijfeld op de hoogte.

Het beeld van Voet werd samen met vijf andere beelden van rechtsgeleerden in 1938 op het bordes van het gebouw van de Hoge Raad aan het Plein geplaatst. Het verouderde gebouw (1861) was door rijksbouwmeester G.C. Bremer grondig gerenoveerd en heringericht. Tal van kunstenaars werkten mee aan dit project en er ontstond een waar ‘Gesamtkunstwerk’. De makers van de zes sculpturen behoorden destijds tot de voorhoede van de Nederlandse beeldhouwkunst.

Eind jaren tachtig moest de Hoge Raad wijken voor de uitbreiding van de Tweede Kamer. De zes beelden kwamen in 1988 aan de Kazernestraat terecht, een beetje verstopt tussen twee panden van het nieuwe onderkomen van de Hoge Raad. Sinds de verhuizing van de Hoge Raad naar nieuwbouw aan het Korte Voorhout in 2016 zijn ze opnieuw prominent in het zicht. Voor de langgerekte gevel komen de heren én het grote vakmanschap van hun makers weer optimaal tot hun recht.