Gegevens kunstwerk

Titel

Job

Kunstenaar

Pearl Perlmuter

Jaar

1954

Materiaal

brons / steenachtig

Afmetingen

h. 87 cm

Deelcollectie

Intro Westbroekpark

Locatie kunstwerk

Adres

Westbroekpark, Den Haag

Stadsdeel

Scheveningen

GPS gegevens

52.103402596989, 4.2908530067984 Bekijk op plattegrond

Omschrijving kunstwerk

Tekst

Vrouwelijke kunstenaars kregen in het verleden maar mondjesmaat de erkenning die hen paste. Pas de laatste decennia lijkt daar verandering in te komen. Ook de Amerikaanse Pearl Perlmuter ondervond wat het betekent om vrouw én beeldhouwer te zijn. In 1945 ontmoette zij in New York de joodse vluchteling Wessel Couzijn tijdens de lessen van de beeldhouwer Ossip Zadkine. Een jaar later trok ze met hem naar Nederland. Couzijn groeide al snel uit tot een gerenommeerd beeldhouwer, terwijl Perlmuter lang alleen bekend was als ‘vrouw van’.

Het kostte Perlmuter moeite opgenomen te worden in het kunstcircuit. Ze werd bijvoorbeeld niet toegelaten tot de Nederlandse Kring van Beeldhouwers en voor opdrachten werd ze genegeerd omdat ‘haar man al kostwinner was’. Officiële erkenning kwam pas toen ze in 1955 met ‘Zittende Man’, later ‘Job’ getiteld, de eerste prijs won op een tentoonstelling in de Keukenhof. Dankzij de prijs kreeg ze meer bekendheid en meer opdrachten.
Niet lang daarna onderging Perlmuters werk een aanzienlijke verandering. Verhalen over Auschwitz en experimenten met ‘cire perdu’ (verloren wasmethode) inspireerden de joodse tot grillige bronzen staketsels die associaties met stapels lijken oproepen. Pas sinds een grote overzichtstentoonstelling in de jaren tachtig wordt haar werk op zijn eigen merites gewaardeerd. Het zijn vooral die dramatische, grillige bronzen uit de jaren zestig waarmee ze wereldwijde bekendheid geniet.

De ‘Zittende man’ in het rosarium is een vroeg werk van Perlmuter. Het is compacter dan haar latere sculpturen die veel meer een relatie met de ruimte aangaan. ‘Job’ is geïnspireerd op Couzijn. In een interview zegt ze hierover: ‘Toen ik het maakte was hij niet eens in de stad en juist daardoor zag ik hem beter. Ik had er eigenlijk nog geen titel voor toen mejuffrouw Van ‘t Hoff (een belangrijk kunstkenner, red.) het ‘Job’ noemde. Dit was precies juist’ (Hervormd Nederland, 2 mei 1964).

Sluiten