Gegevens kunstwerk

Titel

Jacob en de engel

Kunstenaar

Carel Kneulman

Jaar

1957/58

Materiaal

Brons

Afmetingen

h. 155 cm

Locatie kunstwerk

Adres

Stadhouderslaan, Den Haag

Stadsdeel

Scheveningen

GPS gegevens

52.089436542845, 4.2815283615158 Bekijk op plattegrond

Omschrijving kunstwerk

Tekst

De naam Carel Kneulman blijft altijd verbonden met ‘Het lieverdje’ uit 1959 in Amsterdam. Twee jaar eerder voltooide de Amsterdamse beeldhouwer ‘Jacob en de engel’, dat een prominente plek kreeg boven de luifelingang van het Haagse politiebureau aan het Alexanderplein. De grootte van het schaalmodel in de tuin van Kunstmuseum Den Haag is eenderde van deze monumentale uitvoering. Samen met het monument ‘Wind en water’ (Veere) en het Amsterdamse Monument voor Gerrit van der Veen en het kunstenaarsverzet behoort het tot Kneulmans bekendste beelden in de openbare ruimte.

De sociaal bewogen beeldhouwer was een man van het volk met een grote belangstelling voor de handelende mens en een sterke behoefte aan actie en daadkracht. Dat verklaart zijn fascinatie voor beelden met hoofdfiguren die elkaar nodig hebben, versterken en in evenwicht houden. Dat geldt ook voor Jacob en de engel. Hoewel zij een verbeten strijd voeren, kunnen ze niet zonder elkaar.

Kneulman geeft beide figuren weer in een geabstraheerde kluwen van ledematen. De kleine hoofden zijn niet verder uitgewerkt. In het beeld, dat geïnspireerd is op het kubistische werk van de Franse beeldhouwer Henri Laurens (1885-1954), draait alles om worsteling en beweging: de strijd tussen goed en kwaad, orde en chaos. De dynamiek spat eraf, maar wordt in toom gehouden door weloverwogen compositie en abstrahering. Hoekige vormen zijn gecombineerd met voluptueuze rondingen. Kneulman verbindt figuratie en abstractie.

Kneulman begon zijn carrière als dichter, manifesteerde zich als zanger, had enige tijd een kantoorbaan en werd uiteindelijk, na een studie bij Jan Bronner aan de Amsterdamse Rijksakademie, beeldhouwer. Zijn laatste levensjaren in het Drentse Darp keerde Kneulman (die toen bijna blind was) terug naar de poëzie. Zijn onvoorwaardelijke liefde voor de strijdbare mens bleef daarin doorklinken.

 

Sluiten