Tekst

Zeventien meer dan levensgrote, ranke figuren: mannen, vrouwen en kinderen. Daarmee heeft beeldhouwer Jaroslawa Dankowa het verdriet tot uitdrukking gebracht van de slachtoffers van de Japanse bezetter in het voormalig Nederlands-Indië tijdens de Tweede Wereldoorlog. Tussen 1942, het begin van de Japanse bezetting van het huidige Indonesië, en de capitulatie van Japan op 15 augustus 1945 zijn er 16.800 burgergevangenen en 8.500 krijgsgevangen omgekomen in de interneringskampen of tijdens dwangarbeid aan de spoorlijnen in Zuidoost Azië.

In 1986 is de Stichting Indisch Monument opgericht om een gedenkteken te realiseren ter nagedachtenis aan deze slachtoffers. Kunstenaars werden uitgenodigd ontwerpen in te sturen. Uit 33 inzendingen werd door de stichting in overleg met de gemeente Den Haag het ontwerp van deze uit Bulgarije afkomstige, in de hofstad wonende en werkende beeldhouwer gekozen.

Op een wit marmeren basis heeft Dankowa de kaart van Indonesië aangebracht. Bovenop plaatste zij de zeventien figuren. In het midden van de beeldengroep liggen enkele gestorven slachtoffers opgestapeld. Aan weerzijden daarvan de rouwenden, die met hun postuur en hun houding en gebaren het immense verdriet onderstrepen. Ook is er een man met een opgestoken, gebalde vuist te zien. Daarmee wil Dankowa verwijzen naar het verzet, dat er ook geweest is. De figuren hebben een rek als achtergrond gekregen. Dit om hun saamhorigheid te verbeelden.

Het Indisch Monument, dat de titel ‘De Geest overwint’ draagt, is overigens niet het enige beeld van Dankowa in Den Haag. Het Indisch Monument is echter wel haar meest monumentale en meest indrukwekkende.
Op 15 augustus 1988 is het Indisch Monument door koningin Beatrix onthuld. In 1995 is er een Indische luidklok aan toegevoegd. De klok benadrukt dat de toeschouwer bij het monument op een gewijde plek staat. Elk jaar wordt op 15 augustus een herdenking gehouden.