Gegevens kunstwerk

Titel

Gelaarsde kat

Kunstenaar

Johan Keller

Jaar

onbekend/voor 2e WO

Materiaal

brons / steenachtig

Afmetingen

h. 104 cm

Deelcollectie

Intro Westbroekpark

Locatie kunstwerk

Adres

Westbroekpark, Den Haag

Stadsdeel

Scheveningen

GPS gegevens

52.103704836156, 4.2901215680669 Bekijk op plattegrond

Omschrijving kunstwerk

Tekst

Zijn werk bevindt zich in onze nationale kunsttempel: het Rijksmuseum. Beeldhouwer/schilder Johan Keller is in Amsterdam met drie borstbeelden vertegenwoordigd. Toch geniet hij geen grote bekendheid. Mogelijk komt dit door zijn veelvuldig verblijf in het buitenland. Via Brussel, Florence, Napels en Parijs arriveerde Keller eind 19e eeuw in Engeland, waar hij tussen 1898 en 1911 doceerde aan de Glasgow Sculptor Academy en diverse opdrachten uitvoerde.

Bij zijn terugkeer in Nederland in 1915 werd hem gevraagd beelden te ontwerpen voor het Rotterdamse stadhuis aan de Coolsingel. De vredesengel op de toren is van Keller. Deze nauwgezet naar de natuur weergegeven vrouwenfiguur toont aan dat Kellers kunst sterk verbonden was met de tradities van de 19e eeuw. Hij werkte in Rotterdam samen met geestverwanten als Arend Odé (1865-1955) en Toon Dupuis (1877-1937).

Wat geldt voor zijn portretten en andere beelden, geldt evenzeer voor de sprookjesfiguur de ‘Gelaarsde Kat’, het enige beeld van Keller in zijn geboorteplaats Den Haag. De naturalistisch weergegeven kat in mensengedaante getuigt niet alleen van artistiek vakmanschap, maar ook van een grote souplesse in materiaalbehandeling.

De ‘Gelaarsde Kat’ in het Westbroekpark eert de schrijver Charles Perrault (1628-1703), die sprookjes uit mondelinge overlevering opschreef. Samen met ‘Assepoester’, ‘Doornroosje’ en ‘Roodkapje’ verscheen de ‘Gelaarsde Kat’ voor het eerst in Perraults bundel ‘Sprookjes van Moeder de Gans’ uit 1667. Het verhaal gaat over de jongste van drie molenaarszonen. De jongen is teleurgesteld als hij slechts een kat krijgt toebedeeld als erfdeel. ‘Geef me laarzen en een zak en alles komt goed’, stelt de kat hem gerust. Inderdaad overtuigt de kat met list en bedrog de koning ervan zijn mooie dochter uit te huwelijken aan de arme molenaarszoon. Keller heeft de kat precies zo neergezet als we hem uit het sprookje kennen: een frivole, dandy-achtige charlatan, slim en inventief.

Sluiten