Tekst

Vandalisme is van alle tijden. ‘Overgeleverd aan de baldadigheid van de dorpsjeugd, de inscriptieplaten geschonden, van de bronzen kransen en groote bronzen knoppen beroofd, …’, berichtte ‘’t Vaderland’ in 1909. Het monument voor jonkheer Dirk Rudolph Gevers-Deynoot uit 1878 was volledig onttakeld. Plaats van onheil: de Oude Haagweg ter hoogte van nummer 285/287, waar eens het buitengoed ‘Rusthoek’ van Gevers-Deynoot (1807-1877) stond. Voor overplaatsing naar het Copernicusplein in 1909 moest het monument worden gerestaureerd.
Van het Copernicusplein verhuisde het vervolgens in 1928 naar het plantsoen van het Burgemeester Françoisplein, in de buurt van de oorspronkelijke plek. Het is in 2005 opnieuw gerestaureerd. De omwonenden hebben een van de oudste, vrijstaande gedenktekens van Den Haag voor de deur. Met de obelisk op een stenen vaas is dit een goed voorbeeld van het 19e-eeuwse classicisme, een stijl geïnspireerd op de kunst en de architectuur van de klassieke oudheid. Ook het acanthusblad op de hoeken van de vaas is een motief uit de oudheid. Verder is de gedenknaald getooid met bronzen guirlandes van blad. Op de voorzijde staat het wapenschild van Gevers-Deynoot. De kantonrechter te Rotterdam genoot in zijn woonplaats Loosduinen algemene bekendheid en waardering. De Hollandsche Maatschappij van Landbouw, waarvan hij oprichter en secretaris was, nam het initiatief voor dit eerbetoon.

Het ontwerp van de gedenknaald is van de Haagse architect André van den Brink. Het werd uitgevoerd door steenhouwer A.P. Schotel. Deze laat zijn opdrachtgever op 21 december 1877 weten het zandsteen voor de vaas en de obelisk en het hardsteen voor de voetplaat te hebben besteld. Verder schrijft hij: ‘Zoodra ik de steen ontvang zal ik er met kracht aan doen beginnen, zoodat het monument spoedig gereed zal zijn.’ En zo geschiedde: 25 mei 1878 was de dag van de onthulling.