Tekst

Op 29 maart 1945 molesteerden en ontwapenden leden van het verzet twee Duitse soldaten op de Parallelweg. Een dag later hielden verzetslieden er een colonne Duitse vrachtwagens van de Ordnungspolizei aan en misleidden zij de vijand. Als represaille haalde de bezetter op 31 maart een groep mannen en jongens uit de Scheveningse strafgevangenis en bracht ze naar de plaats waar de verzetacties hadden plaatsgevonden. Tegelijkertijd pakten ze enkele willekeurige buurtbewoners op. Twaalf personen werden zonder pardon bij het hek tussen Parallelweg en spoor neergeschoten.

Direct na afloop van de Tweede Wereldoorlog richtten de inwoners van Den Haag monumenten op ter herinnering aan vijf jaren van ontberingen, verschrikkingen en moorden door de Nazi’s. Vaak kwamen de gedenktekens te staan op de plaatsen waar burgers waren gefusilleerd.
Zo ook op de Parallelweg. Een jaar na de afschuwelijke moord op de twaalf onschuldige burgers hielden buurtbewoners en nabestaanden een eenvoudige herdenkingsbijeenkomst. Met een bord aan het hek, een zwart houten kruis en de Nederlandse vlag eerden ze de doden. In 1953 is het bord vervangen door een marmeren plaat. Omdat deze plaat in 1962 ten prooi viel aan vandalen, werd in datzelfde jaar de huidige plaat aan het hek bevestigd. De tekst erop luidt:

‘Ter nagedachtenis aan de 12 Nederlanders die hier door de Nazi’s op 31 mrt. 1945 werden gefusilleerd.’

Doordat de verkeerssituatie in de jaren tachtig ingrijpend is veranderd, ziet de gedenkplaats er tegenwoordig weer anders uit. Een laag hek scheidt de Parallelweg van de sporen voor tram en trein. Voor dit hek staat in de brede stoep een houten paal met de marmeren plaat. Erachter bevinden zich een stenen rand en vier metalen palen, waaraan kransen kunnen worden gehangen. Tot slot is ervoor in de stoep een herdenkingstegel gelegd met de tekst:

‘Samen leven, samen verder.
Stationsbuurt 4 mei 1988’.