Tekst

Onder een luid ‘Oranje boven’ zette prins Willem Frederik (1772-1843), oudste zoon van stadhouder Willem V en prinses Wilhelmina van Pruisen, op 30 november 1813 voet aan wal in Scheveningen. De prins was na het oprukken van de Franse troepen in 1795 samen met zijn vader in ballingschap gegaan. Toen de Fransen uit ons land vertrokken, riep de voorlopige regering hem op terug te keren naar zijn vaderland. Hij was immers sinds de dood van zijn vader in 1806 dé aangewezen persoon om staatshoofd te worden. Twee jaar later werd hij dan ook Koning der Nederlanden.

Het moment dat Willem I na jaren ballingschap weer terugkeerde, wordt herdacht met een gedenkteken. Het monument markeert de plek waar de landing van de vorst plaatsvond. Dat de gedenknaald er staat, is te danken aan de Vereeniging van en voor Nederlandsche Industrieelen. Deze vereniging wilde begin jaren zestig van de 19e eeuw de onafhankelijkheid van Nederland herdenken. Daartoe heeft zij het grote monument op Plein 1813 opgericht plus de gedenknaald in Scheveningen. Ook was het de bedoeling een ambachtsschool te stichten. Dat laatste is echter nooit gebeurd.

De gedenknaald is ontworpen door architect A. Roodenburg in samenwerking met J.M van der Made. Roodenburg kennen we van gebouwen als de voormalige synagoge in de Wagenstraat en het Hotel Des Indes aan het Lange Voorhout. De gedenknaald werd in 1865 door prins Frederik, de tweede zoon van Willem I, onthuld.