Tekst

Sommige kunstenaars gaan te werk als een DJ. David Bade is zo’n kunstenaar. Hij knipt en kopieert stukjes beeldmateriaal uit onze dagelijkse stedelijke leefomgeving en verwerkt die in zijn tekeningen en almaar uitdijende beelden en installaties. Bade beperkt zich bij voorkeur niet tot één enkel thema of beeldelement, en is op zijn best als hij een mash-up kan maken waarin hij verschillende zaken van een nieuwe context en betekenis voorziet. Met een explosie van associaties tot gevolg.

Dat blijkt ook als je naar zijn knalgele ‘Big Fish Day (avant la lettre)’ kijkt die in 2002 voor de entree van het toenmalige GEM werd geplaatst. Het was een schenking van de Vereniging van Vrienden Gemeentemuseum Den Haag ter gelegenheid van de opening van GEM en Fotomuseum Den Haag. De sculptuur verbeeldt het ereschavot van de grote visdag bij een vissersclub. Op nummer 1 bevindt zich de ooievaar, het wapen van Den Haag, ofwel de Haagse reiger. De tweede plaats is gereserveerd voor Miss Haagse Hairy, een vrouwelijke versie van de beroemde stripfiguur Haagse Harry. Tot slot op nummer drie een bootsman met een open jas die direct associaties oproept met cabaretier en liedjesschrijver Harry Jekkers en zijn hit O, o Den Haag dat als officieus volkslied voor de hofstad geldt.

Sinds zijn solo-expositie in 1994 in het Stedelijk Museum in Amsterdam reist Bade met zijn werk de hele wereld over. Dat werk is sterk geworteld in de wereld van nu. Vrijwel nergens is het glad of netjes afgewerkt. Juist uit de rafelranden en spetters spreekt de vaart waarmee de kunstenaar te werk gaat, alsof hij zijn eigen associaties nauwelijks bij kan benen. Zijn kunstwerken zijn kleurrijk, kritisch en spottend. Ze geven de toeschouwer visueel spektakel waar je niet alleen lang naar kunt kijken, maar ook lang over kunt nadenken.