Gegevens kunstwerk
Titel
Et in Arcadia Ego (Ook ik was in Arcadië)
Kunstenaar
Jaar
1998
Materiaal
graniet
Locatie kunstwerk
Adres
Hofvijver, Den Haag
Stadsdeel
Centrum
GPS gegevens
52.079827933953, 4.310624878157 Bekijk op plattegrond
Te vinden op route
Omschrijving kunstwerk
Tekst
Hang je ter hoogte van de Gevangenpoort over de kademuur van de Hofvijver, dan kun je er een glimp van opvangen. Vlak boven de vijver zie je water uit de kademuur stromen. Erboven staat in steen een tekst in Romeinse letters uitgehakt: ‘Et in Arcadia Ego’ (Ook ik was in Arcadië). Wie heeft deze poëtische waterdrempel gemaakt? En vooral waarom?
In 1992 kreeg beeldend kunstenaar Krijn Giezen de opdracht te onderzoeken hoe het stond met de historische Haagse Beek. Deze waterstroom vindt zijn oorsprong in het Schapenatjesduin in Kijkduin en stroomt van daar naar het centrum om uit te monden in de hofvijver. Althans dat gebeurde tot de negentiende eeuw. Rond 1990 was er nauwelijks meer iets van over. Giezen stelde voor de Haagse Beek weer zichtbaar te maken. Daartoe nodigde hij drie kunstenaars uit, waaronder Ian Hamilton Finlay.
Deze Schotse dichter, literator, beeldend kunstenaar en tuinier geniet internationaal bekendheid met zijn tuin: ‘Little Sparta’ in Zuid-Schotland. Al in 1966 liet de dichter zijn eerste ‘eenwoordgedichten’ in steen uithakken om ze vervolgens in zijn tuin te plaatsen als een soort commentaar op het landschap en tegelijk als plaats ter overdenking. ‘Little Sparta’ is een ideale versmelting geworden van woord, beeld, filosofie en landschap.
Ook in Finlays werk voor Den Haag zie je diezelfde versmelting van disciplines terug. Hij wilde het einde van de Haagse Beek weer zichtbaar maken. Het water dat uit de waterdrempel stroomt heeft hij er speciaal voor laten oppompen. De tekst laat ons herinneren dat de Haagse Beek ooit door een paradijselijk landschap liep. Dat Arcadië is inmiddels opgeslokt door de stad. Door de tekst, het materiaal waarin die is uitgehakt (hardsteen zoals bij monumenten) en het gekozen lettertype (doorgaans ook gereserveerd voor monumenten) laat Finlay je daar onwillekeurig over nadenken.
Steenhouwer: Peter Coates