Tekst

Met een doorsnee van slechts 35 centimeter is de bronsplastiek ‘Doosvrucht’ van Rein Draijer niet groot. Toch onderstreept juist dit beeld in de bosjes van Repelaer bij de Javastraat dat monumentale uitstraling niets te maken heeft met afmetingen. De kunstenaar voltooide het bronzen beeld in 1978. Twee jaar later werd het geplaatst op een open plek in de bosjes, waar het nog steeds staat.

De titel ‘Doosvrucht’ is enigszins misleidend, omdat velen bij het woord doos onmiddellijk zullen denken aan een vierkante vorm, terwijl dit beeld juist grotendeels rond is. Met het woord ‘doosvrucht’ (ook wel peul, hauw of kokervrucht genoemd) wordt in de plantkunde een enkelvoudige, droge, openspringende vrucht aangeduid waarvan delen aan de plant vast blijven zitten. Het beeld van Draijer laat een opengebarsten schil zien. Wie het beeld van dichtbij bekijkt, kan een blik werpen op de ‘ingewanden’. Het vruchtvlees wordt door de tussenwand waaraan het is vastgehecht keurig in gelijke parten verdeeld.

De plek van het beeld suggereert dat de vrucht ter plekke van een boom gevallen is en daar is blijven liggen. Andere beelden van Draijer, zoals zijn afgeknotte boom, wekken eveneens de indruk dat ze specifiek bedacht en gemaakt werden voor de plek waar ze zijn geplaatst. Ze voelen zich er thuis.

Draijer openbaarde in zijn werk een duidelijke voorkeur voor het abstraheren van de werkelijkheid zonder de herkenbaarheid uit het oog te verliezen. De doosvrucht is ondanks de vormvereenvoudiging te herleiden tot haar natuurlijke oorsprong. Daarnaast is van de kunstenaar bekend dat hij als beeldhouwer een sterke voorliefde koesterde voor de verbeelding van plant- en diervormen, terwijl hij zich als schilder vooral concentreerde op landschappen, stillevens en portretten. Op het gebied van de toegepaste kunst verdiende hij zijn sporen met affiches en postzegels.