Tekst

‘En Hij [Jezus Christus] zeide tot hen: Werpt het net aan de rechterzijde van het schip, en gij zult vinden. Zij wierpen het dan, en konden hetzelve niet meer trekken vanwege de menigte der vissen.’ [Joh. 21:6]. Dit bijbelse wonder heeft Sybilla Krosch weergegeven in haar beeld ‘De wonderbare visvangst’. De visser kijkt verbaasd naar de vissen die opspringen uit het water. Hij hoeft het net slechts open te houden om ze te vangen. Krosch maakte het bronzen beeld in opdracht van de gemeente Den Haag. Het was bestemd voor een Scheveningse locatie en dus is de themakeuze zeer toepasselijk. Geloof en visvangst zijn in Scheveningen sterk met elkaar verweven. In 1981 werd de sculptuur geplaatst in het plantsoen tussen de Havenkade en de Badhuiskade. Daarmee is ‘De wonderbare visvangst’ het enige buitenbeeld van de Haagse kunstenaar in haar woonplaats.

Als beeldhouwer is Krosch een laatbloeier. Ze kwam in 1947 vanuit haar geboorteland Duitsland naar Nederland. Gestimuleerd door bekende beeldhouwer Albert Termote (1887-1978) begon ze in 1956 – ze was toen 32 jaar oud – haar studie beeldhouwen aan de Haagse Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten. Vier jaar later studeerde ze af. In het begin was het moeilijk, maar ze ging de boer op met een koffer vol eigen werk.
Zo kreeg ze van de gemeente Haarlemmermeer carte blanche om een beeld te ontwerpen voor het nieuwe dorp Rijsenhout. Verder maakte ze talrijke portretkoppen, ook van belangrijke personen als Willem Drees. Tot 1970 werkte ze in een naturalistische stijl. ‘In het voorjaar, toen ik voor het eerst sinds lange tijd geen opdracht had,’ zegt Krosch in Het Vaderland van 30 januari 1971, ‘ben ik mijn eigen gang gegaan en heb ik me volledig laten gaan.’ Er ontstonden abstracte beelden. Daarmee gaf Krosch de figuratie echter niet op. Dat bewijst ‘De wonderbare visvangst’.