Tekst

Kan het circus aanleiding zijn voor een andere manier van beeldhouwen? Zeker. Dat geldt in ieder geval voor Guus Hellegers. Deze beeldhouwer en medailleur maakte in eerste instantie realistische beelden in steen en brons. Tot hij eind 1966 tijdens een voorstelling van het Italiaanse circus Heros in de ban raakte van hun witte clown. Twee jaar vormde deze figuur met puntmuts en glitterpak een bron van inspiratie voor experiment. Daarin voltrok zich de overgang naar de abstractie. Hellegers bouwde daarbij contrasten in tussen bijvoorbeeld gepolijste en ongepolijste delen en zette hij rond tegenover rechthoekig, plat tegenover driedimensionaal. Die contrasten zijn een indirecte verwijzing naar de figuur van de clown die tegelijkertijd droom én werkelijkheid is. In de resultaten van zijn eerste experimenten zijn nog puntmutsjes te onderscheiden. Uiteindelijk bleef er alleen een abstracte U-vorm over.

Landelijke geniet Hellegers bekendheid met zijn platte sculpturen. Zo heeft hij mensen op stoelen gemaakt waarbij het portret van de persoon samenvalt met de zitting van de stoel. Zo’n zitting met figuur vertoont in zekere zin veel overeenkomst met de penningen die Hellegers veelvuldig maakte. Daarin was hij toonaangevend.

De opdracht om voor de Da Costaschool een kunstwerk te maken kreeg Hellegers precies in die periode van experimenteren. Resultaat was deze ‘Clown met Toeter’. Het heeft niet de kenmerkende contrasten tussen zeer platte delen en duidelijk driedimensionale fragmenten die in zijn bekendste werk te zien zijn. Wel zie je dat de beeldhouwer experimenteert met wat goed herkenbaar is en abstracte delen. Het is even zoeken om de clown en de toeter te vinden. Inmiddels is het pand van de Da Costaschool aan het Verhulstplein gesloopt. Na een paar jaar gemeentelijke opslag staat het beeld nu een paar straten verderop naast de nieuwbouw van Praktijkschool De Poort.