Tekst

In artikelen over Dick Loef wordt meestal zijn keramische werk besproken. Ofschoon er in Den Haag een aantal staan, is er weinig informatie te vinden over de bronzen beelden van de kunstenaar. Dick Loef zelf wilde ook niet veel kwijt over zijn werk. ‘Genot of afkeer van de beschouwer zouden door mijn woorden toch niet worden verhoogd of verhevigd’, veronderstelde hij.

Daardoor is weinig bekend over het hoe en waarom van het ‘Berbermeisje’ dat geplaatst is in de Scheveningse volkswijk waarin het Willem Beukelszoonplein ligt. Loef maakte het in een tijd waarin veel Noord-Afrikanen naar Nederland kwamen op zoek naar werk. Onder hen bevonden zich veel Berbers. De naam van die stam is ontleend aan het Griekse ‘Barbaros’. Berbers behoren tot de Imazhigen: een nomadenstam die van oudsher een groot deel van Noord-Afrika bevolkte. Het meisje op blote voeten en gehuld in een grof geweven deken is een vreemde in de Scheveningse omgeving: een vissershofje dat is vernoemd naar de veronderstelde uitvinder van het haringkaken: Willem Beukelszoon.

Loef gebruikte in zijn werk vaak een archaïsche vormentaal. De Berbers waren voor hem waarschijnlijk een intrigerende bevolkingsgroep. Zijn vazen decoreerde hij sober en functioneel. De kleuren van het zelfgemaakte glazuur doen denken aan Perzisch of Chinees aardewerk. In 1968 kwam hij naar buiten met zijn holle ‘keien’: door zand of water gepolijste keramische objecten, blauwig of grijzig geglazuurd. Ze intrigeerden door hun robuuste vorm in contrast met het lichte gewicht.

Voor de meeste mensen is Loef vooral bekend geworden door de kleurige reliëfs die hij ontwierp voor openbare gebouwen, zoals de ‘vrolijke blije toestand, geïnspireerd op bloemen en planten’ in bejaardenhuis Vrederust-West. Ook daarover zei hij niet veel anders dan dat hij de bewoners van het tehuis wilde plezieren.
Loef is overleden, de achtergronden van zijn werk zullen nooit worden onthuld. Het verhaal achter het Berbermeisje zal dus altijd een kwestie van gissen blijven. Hoe dan ook, de rol van raadselachtige vreemdeling past wel bij het berbermeisje.