Tekst

In 1992 presenteerde Albert Goederond zijn beeld voor een Haags politiebureau: een bronzen beer. De kunstenaar zei dat het beeld was ontstaan, niet bedacht. Waarschijnlijk kwam het voort uit zijn oriënterende gesprekken met politie en publiek. De beer doet denken aan een goeiige diender (wijdbeens staand met de handen op de rug), een knuffelbeer of een stoere politieagent en is als zodanig voor iedereen herkenbaar. Als het koud is, krijgt het zelfs een das omgeslagen. Met het figuratieve, publieksvriendelijke beeld tartte Goederond de conventionele opvattingen over wat kunst zou moeten zijn; meestal alleen leesbaar voor ‘insiders’. De figuratieve beer vormt ook een groot contrast met Goederonds eerdere werk, dat geometrisch abstract van aard is. Zijn groeiende twijfel over het ontwikkelen van autonome beeldende kunst, en daarmee unieke, op zichzelf staande kunst, deden hem een andere weg inslaan.

Sinds 1993 is Goederond onder het pseudoniem ‘LaSalle’ een samenwerking aangegaan met kunstenaar Patty Struik en een wisselend team van medewerkers. In 1994 realiseerde ‘LaSalle’ bijvoorbeeld putdeksels met voetstappen en vogelpootjes en verschillende reliëfs op huizen in de ‘Verborgen Zone’ van het Amersfoortse Kattenbroek. Voor de Haagse nieuwbouwwijk Leidschenveen heeft LaSalle in 2012 een  zevendelig kunstwerk bedacht dat over de wijk verspreid staat.

‘LaSalle’ kun je behalve als merknaam ook beschouwen als de ‘geestelijke en fysieke ruimte waarin interacties plaatsvinden’. Door samenspraak ontstaan nieuwe invalshoeken en dat is essentieel volgens Goederond. ‘We laten de identiteit als kunstenaar oplossen ten gunste van de collectieve identiteit’, zegt hij in 1997. Met de beer, die politie en publiek zich als mascotte hebben toegeëigend, lijkt dit doel al bereikt.