Tekst

Den Haag heeft een stedenband met de Canadese stad Ottawa. Toen in de herfst van 1988 een culturele presentatie plaatsvond in de hofstad schonk de zusterstad een kunstwerk aan Den Haag. Als een blijvende herinnering aan de tentoonstelling en aan de stedenband. Maker van dit abstracte beeld is de Brit Andrew Stonyer. Hij werd door een speciale commissie uit zeven kunstenaars geselecteerd.

Stonyer ontwikkelde het beeld in zijn eigen atelier, maar hij bouwde het ter plekke in Den Haag op uit staalplaten. Dat kostte hem twee weken. Daarna werd het door Jack Verduyn Lunel onthuld. Volgens deze toenmalige directeur van de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten was dit beeld een stimulans om meer werk van buitenlandse kunstenaars te plaatsen.

In al zijn werk is Stonyer op zoek naar patronen en hoe hij die kan omzetten in een fraai en betekenisvol kunstwerk. Hij onderzoekt verschillende geometrische vormen als rechthoeken en cirkels, maar vindt ook regelmatig aanleidingen in onze directe leefomgeving. Dat kunnen grote verkeersstromen zijn, de val van (zon)licht en het verstrijken van de tijd. Dit zijn thema’s die regelmatig terugkeren in zijn werk. Hij heeft ook onderzoek gedaan naar het gebruik van zonne-energie in kinetische (bewegende) sculpturen. Voor de openbare ruimte in Engeland heeft hij een aantal monumentale lichtsculpturen gemaakt.

Beweging en patronen zijn ook volop terug te zien in zijn sculptuur voor Den Haag. De dunne stalen platen met hun parallelle banen en krommingen drukken beweging uit van drukke openbare wegen. “Door de openheid aan de ene kant en de geslotenheid aan de andere kant bootst het de snelheid van langskomend verkeer na”, vertelt de kunstenaar in een interview aan de Haagse Courant van 7 november 1988. “Ik ben blij met deze plek. Het komt hier echt tot zijn recht.”