Tekst

Vreemd. Op de Schenkkade ter hoogte van het Siemens-gebouw schijnt er ’s nachts geen gewoon licht. Het is blauw. Bij nadere beschouwing blijkt ook dat de doodgewone trottoirtegels hier abrupt plaatsmaken voor stelcomplaten en dat de paaltjes die de rijbaan van het fietspad scheiden ineens zijn vervangen door een elegante ijzeren railing. Het asfalt zelf maakt een lichte golfbeweging.

Even abrupt als de materiaalveranderingen zich voordeden, houden ze na 301 stappen ook weer op. Voetpad, rijbaan en fietspad blijven hetzelfde, maar de ervaring is totaal anders. Alleen de stalen plaat op de middenberm verraadt dat het hier om een kunstwerk gaat. Daarin valt te lezen: ‘301 steps (daylight/tungsten)’. Deze titel verwijst naar de lengte van de strook en naar het gebruik van dag- en kunstlicht. ‘Tungsten’ betekent kunstlicht en dat staat op elk ouderwets fotorolletje.

Toen deze strook niemandsland die het centrum met de buitenwijken verbindt opnieuw moest worden ingericht, gaven de gemeente en Stroom de kunstenaars Jan van Grunsven en Arno van der Mark de opdracht. Beiden getuigen in hun werk van een eigenzinnige visie op de relatie tussen kunst en omgeving. Bovendien hadden ze al eerder samengewerkt (Rietveld-tentoonstelling, 1992, Centraal Museum Utrecht).

Hun voorstel voor de Schenkstrook is gebaseerd op hun constatering dat het een grensgebied is: ook in de breedte. Om in die richting het contrast te versterken werd de Schenk-beek, de scheiding tussen de kantoren en het Bezuidenhout, een ecozone.

Met heel andere middelen, maar wel binnen de gebruikelijke programma-eisen wisten Van Grunsven en Van der Mark met ‘301 STEPS’ tot een totaal andere inrichting van de openbare ruimte te komen. Daardoor en doordat zij direct vanaf het begin bij de herinrichting zijn betrokken, is ‘301 STEPS’ zo goed geïntegreerd dat het als kunstwerk nauwelijks opvalt. De kunst is hier de openbare ruimte zelf geworden.